Contact
CoCalc Logo Icon
StoreFeaturesDocsShareSupport News AboutSign UpSign In
| Download
Project: Calculus
Views: 167
f(x) = x^3+(1/2)*sin(5*x)*cos(x) #hier vertellen we Sage welke functie we aangeven met f plot(f) #hier geven we de opdracht om de grafiek te tekenen
g(x) = sin(pi*x^2) #hier definieeren we een nieuwe functie g, met pi bedoelen we 3.1415... plot(g,-1,3) #de twee getallen achter g zijn het gekozen domein waarop we g beschouwen.
plot(g,-1,3,ymin=0.6,ymax=1.4,color='red') #we geven met ymin/ymax aan hoeveel van het bereik we willen zien en maken de grafiek rood. plot(f,-1,3,color='purple') + plot(g,-1,3,ymin=-1,ymax=7,color='green') #twee plots (paars en groen) kunnen samen worden getoond door er een + tussen te zetten.
fprime = diff(f) #hier definieeren we de afgeleide van f met het commando diff show(fprime) #dit geeft de formule van de afgeleide plot(f)+plot(fprime,color ='red') #hier plotten we f samen met de afgeleide in rood
x  3x2+52cos(5x)cos(x)12sin(5x)sin(x)\displaystyle x \ {\mapsto}\ 3 \, x^{2} + \frac{5}{2} \, \cos\left(5 \, x\right) \cos\left(x\right) - \frac{1}{2} \, \sin\left(5 \, x\right) \sin\left(x\right)
raaklijn(x) = fprime(0.6)*x-fprime(0.6)*0.6+f(0.6) #hier definieeren we een functie raaklijn met de formule in het punt 0.6 plot(f,0,1) + plot(raaklijn,0,1,color='red') + point((0.6,f(0.6)),size=30) #we tekenen f en zijn raaklijn in 0.6 in rood en ook nog een punt met coordinaten (0.6,f(0.6)) met het commando point.
show(g) # het show-commando geeft een mooie weergave van de formule voor g show(diff(g)) # we zien dat het een samenstelling is van de sin functie en de functie pi*x^2 dus uit de kettingregel volgt de gegeven formule voor de afgeleide
x  sin(πx2)\displaystyle x \ {\mapsto}\ \sin\left(\pi x^{2}\right)
x  2πxcos(πx2)\displaystyle x \ {\mapsto}\ 2 \, \pi x \cos\left(\pi x^{2}\right)
h(x)=x^2 #definieer een eenvoudige functie H(x) = integrate(h,x) #bereken de onbepaalde integraal en noem hem H (hierbij geven we de variabele x expliciet aan) show(H) #het commando show is niet noodzakelijk. show( integrate(h,2,3) ) #voor de bepaalde integraal geven we in plaats van x begin- en eindpunt aan. show( H(3)-H(2) ) #bereken de bepaalde integraal uit de onbepaalde integraal via de hoofdstelling van de Calculus
x  13x3\displaystyle x \ {\mapsto}\ \frac{1}{3} \, x^{3}
/projects/sage/sage-6.10/local/lib/python2.7/site-packages/sage/misc/functional.py:664: DeprecationWarning: Variable of integration should be specified explicitly. See http://trac.sagemath.org/12438 for details. return x.integral(*args, **kwds)
193\displaystyle \frac{19}{3}
193\displaystyle \frac{19}{3}
moeilijk(x) = x^(sin(x)^x) #definieer een moeilijke functie numerical_integral(moeilijk,2,3) #benader de bepaalde integraal op (2,3) numeriek. De fout is minder dan 1.48*10^(-14) numerical_integral(h,2,3) #ook makkelijke integralen kun je zo berekenen, merk op 19/3 = 6.33333...
(1.333133782426838, 1.4800758201558997e-14) (6.333333333333334, 7.031412489292659e-14)
limit(sin(x)/x,x=0) #limit berekent de limiet van de gegeven functie in het punt x=... in dit geval x=0. plot(sin(x)/x) #uit de grafiek van sin x/x lijkt de waarde voor x=0 inderdaad (dicht bij) 1 te zijn. limit(h(x),x=2) #de limiet van h(x) = x^2 in x=2 is gewoon 2^2 = 4.
1
4
arrow( (0,0), (2,1) ,color='red') + arrow( (0,0),(-2,2) ) #voor arrow moet je zowel begin als eindpunt opgeven. Het beginpunt is voor een vector altijd (0,0) #twee arrows optellen geeft in sage een plaatje waarin ze allebei te zien zijn.
#Arrow werkt net zo in drie dimensies, dan hebben begin en eindpunt steeds drie coordinaten. Het plaatje kan met de muis worden gedraaid. arrow( (0,0,0), (0,0,1) ) + arrow( (0,0,0), (0,1,1), color='red' ) + arrow( (0,0,0), (1,0,1/2), color='green')
3D rendering not yet implemented
arrow( (0,0), (3,2) ) + arrow( (0,0), (-2,1) ,color='green' ) + arrow( (3,2), (1,3),color='green' ) + arrow( (0,0), (1,3),color='red') #pas op dat de + die gebruikt wordt om plots en andere tekeningen in een figuur te zetten niets te maken heeft met het optellen van vectoren!
2+3*i #Sage draait de volgorde om en schrijft de term met i eerst en i zelf met een hoofdletter. -1+4*i+(2+3*i)*(5+4*i) #Pas op dat je het * teken niet vergeet voor elke vermenigvuldiging!
3*I + 2 27*I - 3